Welkom!

Een website, helemaal gewijd aan het Nederlandse kerklied bij uitstek: de Psalmen.
Er zitten drie ideeën achter:

1.     Het promoten van de Geneefse Psalmen.
2.     Het onder de aandacht brengen van het unieke Groninger orgelbezit.
3.     Het promoten van het improvisatie-ambacht.

De Psalmen, zoals we ze in Nederland gewend zijn te zingen, zijn ontstaan op instigatie van Johannes Calvijn en werden halverwege de zestiende eeuw in Genève ten doop gehouden. Een aantal vakbekwame dichters en musici zorgden ervoor dat de 150 Psalmen werden getoonzet op een manier die toegankelijk was voor het kerkvolk. Dat was immers een belangrijke aanleiding voor de Reformatie: niet alleen de geestelijkheid moest bij de liturgie betrokken zijn, maar het hele volk, liefst in verstaanbare taal. Zo ontstond een belangrijk cultureel erfgoed, dat sindsdien een vaste plek in de protestantse kerken verworven heeft. Door ontkerkelijking, maar ook door liturgieveranderingen in veel kerken, zijn deze prachtige liederen steeds meer naar de achtergrond verdwenen. Dit is jammer, omdat het Geneefse Psalter zowel inhoudelijk als qua melodieën van een tijdloze relevantie en schoonheid is. 

De gemeentezang wordt in Nederland al eeuwen door het orgel begeleid. Er zijn dan ook talloze bewerkingen op psalmmelodieën gemaakt; de Geneefse Psalmen zijn een onlosmakelijk deel van de orgelkunst geworden. De provincie Groningen is in dit opzicht heel bijzonder. Niet alleen werd hier voor het eerst de orgelbegeleiding na de Reformatie ingevoerd, maar ook vele oude instrumenten zijn goed bewaard gebleven. Zo zijn er een flink aantal instrumenten te vinden uit de Renaissance en zelfs materiaal dat teruggaat tot de Gotiek. De provincie werd helemaal uniek, toen er aan het einde van de zeventiende eeuw een wereldberoemde Duitse orgelmaker zijn opwachting maakte: Arp Schnitger. Hij bouwde vele schitterende instrumenten in ‘Stad en Ommeland’, die grotendeels bewaard bleven. Na hem werd de ‘Schnitger-school’ voortgezet door zijn zoon Frans Caspar Schnitger en daarna de orgelmakers Hinsz en Freytag.

Er wordt bewust geen bestaande literatuur gespeeld: op alle 150 psalmen wordt geïmproviseerd door Sietze de Vries. Net als de Psalmen, dreigt ook het improvisatie-ambacht uit te sterven. Hoewel er vroeger op de orgels hoofdzakelijk geïmproviseerd werd, is de kennis en kunde om deze oude kunst voort te laten bestaan nauwelijks meer aanwezig. Daarom is het belangrijk om hier steeds weer aandacht voor te vragen.

De combinatie van Psalmen, Groninger orgels en de improvisatiekunst blijkt een vruchtbare; we hopen dat u er van meegeniet!